beridderen

Conjugations List of Beridderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikberidderberidderdeheb beridderd
jij, je, uberiddertberidderdehebt beridderd
hij, zij, hetberiddertberidderdeheeft beridderd
wijberidderenberidderdenhebben beridderd
jullieberidderenberidderdenhebben beridderd
zij, zeberidderenberidderdenhebben beridderd

Presens
Beta

Example presens sentences for Beridderen with some of the pronouns.

  • Ik beridder
  • Jij beridder
  • Hij/Zij/Het beriddert
  • Wij beridderen
  • Jullie beridderen
  • Zij beridderen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beridderen with some of the pronouns.

  • Ik beridderde
  • Jij beridderde
  • Hij/Zij/Het beridderde
  • Wij beridderden
  • Jullie beridderden
  • Zij beridderden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beridderen with some of the pronouns.

  • Ik heb beridderd
  • Jij hebt beridderd
  • Hij/Zij/Het heeft beridderd
  • Wij hebben beridderd
  • Jullie hebben beridderd
  • Zij hebben beridderd