prefereren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | prefereer | prefereerde | heb geprefereerd |
jij, je, u | prefereert | prefereerde | hebt geprefereerd |
hij, zij, het | prefereert | prefereerde | heeft geprefereerd |
wij | prefereren | prefereerden | hebben geprefereerd |
jullie | prefereren | prefereerden | hebben geprefereerd |
zij, ze | prefereren | prefereerden | hebben geprefereerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Prefereren with some of the pronouns.
- Ik prefereer chocolade boven vanille.
- Jij prefereert muziek luisteren in plaats van televisie kijken.
- Hij prefereert thee over koffie als drankje.
- Zij prefereert reizen naar exotische bestemmingen.
- Wij prefereren een rustige avond thuis.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Prefereren with some of the pronouns.
- Vroeger prefereerde ik chocolade boven vanille.
- Toen jij jonger was, prefereerde je muziek luisteren in plaats van televisie kijken.
- Hij prefereerde vroeger thee over koffie als drankje.
- Zij prefereerde vroeger reizen naar exotische bestemmingen.
- Wij prefereerden vroeger een rustige avond thuis.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Prefereren with some of the pronouns.
- Ik heb chocolade altijd geprefereerd boven vanille.
- Jij hebt altijd muziek luisteren geprefereerd in plaats van televisie kijken.
- Hij heeft altijd thee verkozen boven koffie als drankje.
- Zij heeft altijd gereisd naar exotische bestemmingen verkozen.
- Wij hebben altijd een rustige avond thuis verkozen.