besterven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | besterf | bestierf | ben bestorven |
jij, je, u | besterft | bestierf | bent bestorven |
hij, zij, het | besterft | bestierf | is bestorven |
wij | besterven | bestierven | zijn bestorven |
jullie | besterven | bestierven | zijn bestorven |
zij, ze | besterven | bestierven | zijn bestorven |
PresensBeta
Example presens sentences for Besterven with some of the pronouns.
- Ik besterf de pijn.
- Jij besterft het gevaar.
- Hij/zij/het besterft de eenzaamheid.
- Wij besterven de angst.
- Jullie besterven de twijfel.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Besterven with some of the pronouns.
- Ik bestierf bijna van angst.
- Jij bestierf van schaamte.
- Hij/zij/het bestierf van uitputting.
- Wij bestierven van jaloezie.
- Jullie bestierven van de hitte.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Besterven with some of the pronouns.
- Ik ben gestorven van schrik.
- Jij bent bijna bestorven van de kou.
- Hij/zij/het is aan een hartaanval gestorven.
- Wij zijn langzaam gestorven van verdriet.
- Jullie zijn haast bestorven van verveling.