smuiken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | smuik | smuikte | heb gesmuikt |
jij, je, u | smuikt | smuikte | hebt gesmuikt |
hij, zij, het | smuikt | smuikte | heeft gesmuikt |
wij | smuiken | smuikten | hebben gesmuikt |
jullie | smuiken | smuikten | hebben gesmuikt |
zij, ze | smuiken | smuikten | hebben gesmuikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Smuiken with some of the pronouns.
- Ik smuik
- Jij smuikt
- Hij/Zij/Het smuikt
- Wij smuiken
- Jullie smuiken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Smuiken with some of the pronouns.
- Ik smuikte
- Jij smuikte
- Hij/Zij/Het smuikte
- Wij smuikten
- Jullie smuikten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Smuiken with some of the pronouns.
- Ik heb gesmuikt
- Jij hebt gesmuikt
- Hij/Zij/Het heeft gesmuikt
- Wij hebben gesmuikt
- Jullie hebben gesmuikt