stuklopen

Conjugations List of Stuklopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikloop stukliep stukheb stukgelopen
jij, je, uloopt stukliep stukhebt stukgelopen
hij, zij, hetloopt stukliep stukheeft stukgelopen
wijlopen stukliepen stukhebben stukgelopen
jullielopen stukliepen stukhebben stukgelopen
zij, zelopen stukliepen stukhebben stukgelopen

Presens
Beta

Example presens sentences for Stuklopen with some of the pronouns.

  • De situatie loopt stuk.
  • Het project loopt altijd stuk.
  • Mijn computer loopt regelmatig stuk.
  • Onze plannen lopen vaak stuk.
  • Zijn relatie loopt langzaam stuk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stuklopen with some of the pronouns.

  • Vroeger liep mijn fiets regelmatig stuk.
  • Tijdens onze vakantie liepen de plannen volledig in de soep.
  • Toen ik jong was, liep mijn relatie snel stuk.
  • Het project liep jarenlang steeds opnieuw stuk.
  • Elke keer als ik haast had, liep de printer natuurlijk stuk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stuklopen with some of the pronouns.

  • Het project is stukgelopen.
  • Mijn computer is vorige week stukgelopen.
  • Onze plannen zijn helaas stukgelopen.
  • Zijn vorige relatie is uiteindelijk stukgelopen.
  • De onderhandelingen zijn op het laatste moment stukgelopen.