beveiligen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | beveilig | beveiligde | heb beveiligd |
jij, je, u | beveiligt | beveiligde | hebt beveiligd |
hij, zij, het | beveiligt | beveiligde | heeft beveiligd |
wij | beveiligen | beveiligden | hebben beveiligd |
jullie | beveiligen | beveiligden | hebben beveiligd |
zij, ze | beveiligen | beveiligden | hebben beveiligd |
PresensBeta
Example presens sentences for Beveiligen with some of the pronouns.
- Ik beveilig mijn computer met een wachtwoord.
- Jij beveiligt je huis met een alarmsysteem.
- Hij beveiligt de geheime documenten in de kluis.
- Wij beveiligen ons netwerk tegen cyberaanvallen.
- Zij beveiligen het evenement met professionele beveiligers.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Beveiligen with some of the pronouns.
- Vroeger beveiligde ik mijn huis met simpele sloten.
- Toen ik nog geen antivirussoftware had, waren mijn apparaten niet goed beveiligd.
- Hij beveiligde altijd zijn auto door de deuren op slot te doen.
- In die tijd werden de persoonlijke gegevens niet voldoende beveiligd.
- Het bedrijf beveiligde vroeger de gevoelige informatie met fysieke archiefkasten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Beveiligen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn fiets beveiligd met een extra slot.
- Jij hebt je gegevens op de harde schijf beveiligd met encryptie.
- Hij heeft de belangrijke bestanden in een beveiligde map opgeslagen.
- Wij hebben onze website laten beveiligen door een IT-beveiligingsbedrijf.
- Zij hebben de toegang tot het gebouw beveiligd met elektronische sleutelkaarten.