bewaren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bewaar | bewaarde | heb bewaard |
jij, je, u | bewaart | bewaarde | hebt bewaard |
hij, zij, het | bewaart | bewaarde | heeft bewaard |
wij | bewaren | bewaarden | hebben bewaard |
jullie | bewaren | bewaarden | hebben bewaard |
zij, ze | bewaren | bewaarden | hebben bewaard |
PresensBeta
Example presens sentences for Bewaren with some of the pronouns.
- Ik bewaar mijn sieraden in een juwelendoosje.
- Hij bewaart zijn herinneringen in een fotoalbum.
- Zij bewaart haar belangrijke documenten in een kluis.
- We bewaren onze groenten en fruit in de koelkast.
- Jullie bewaren je fietsen in de schuur.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bewaren with some of the pronouns.
- Ik bewaarde vroeger al mijn tekeningen in een schoenendoos.
- Hij bewaarde zijn spaargeld onder zijn matras.
- Zij bewaarde altijd haar geheimen voor zichzelf.
- We bewaarden onze vakantiefoto's in een fotoalbum.
- Jullie bewaarden jullie speelgoed in een grote kist.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bewaren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn oude stripboeken bewaard als verzamelobjecten.
- Hij heeft zijn favoriete boeken bewaard voor zijn kinderen.
- Zij heeft haar oude kleren bewaard voor een goed doel.
- We hebben de overgebleven cake bewaard voor later.
- Jullie hebben de familiefoto's bewaard in een speciaal album.