bijvullen

Conjugations List of Bijvullen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvul bijvulde bijheb bijgevuld
jij, je, uvult bijvulde bijhebt bijgevuld
hij, zij, hetvult bijvulde bijheeft bijgevuld
wijvullen bijvulden bijhebben bijgevuld
jullievullen bijvulden bijhebben bijgevuld
zij, zevullen bijvulden bijhebben bijgevuld

Presens
Beta

Example presens sentences for Bijvullen with some of the pronouns.

  • Ik vul de fles bij.
  • Jij vult de kan bij.
  • Hij/Zij/Het vult het glas bij.
  • Wij vullen de tank bij.
  • Zij vullen de voorraad bij.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bijvullen with some of the pronouns.

  • Ik vulde de fles bij.
  • Jij vulde de kan bij.
  • Hij/Zij/Het vulde het glas bij.
  • Wij vulden de tank bij.
  • Zij vulden de voorraad bij.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bijvullen with some of the pronouns.

  • Ik heb de fles bijgevuld.
  • Jij hebt de kan bijgevuld.
  • Hij/Zij/Het heeft het glas bijgevuld.
  • Wij hebben de tank bijgevuld.
  • Zij hebben de voorraad bijgevuld.