blanketten

Conjugations List of Blanketten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikblanketblanketteheb geblanket
jij, je, ublanketblankettehebt geblanket
hij, zij, hetblanketblanketteheeft geblanket
wijblankettenblankettenhebben geblanket
jullieblankettenblankettenhebben geblanket
zij, zeblankettenblankettenhebben geblanket

Presens

Example presens sentences for Blanketten with some of the pronouns.

  • Ik blanket.
  • Jij blanket.
  • Hij/Zij/Het blankett.
  • Wij/jullie/zij blanketten.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Blanketten with some of the pronouns.

  • Ik blankettede.
  • Jij blankettede.
  • Hij/Zij/Het blankettede.
  • Wij/jullie/zij blanketteden.

Perfectum

Example perfectum sentences for Blanketten with some of the pronouns.

  • Ik heb geblanket.
  • Jij hebt geblanket.
  • Hij/Zij/Het heeft geblanket.
  • Wij/jullie/zij hebben geblanket.