boycotten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | boycot | boycotte | heb geboycot |
jij, je, u | boycot | boycotte | hebt geboycot |
hij, zij, het | boycot | boycotte | heeft geboycot |
wij | boycotten | boycotten | hebben geboycot |
jullie | boycotten | boycotten | hebben geboycot |
zij, ze | boycotten | boycotten | hebben geboycot |
PresensBeta
Example presens sentences for Boycotten with some of the pronouns.
- Ik boycot het gebruik van plastic zakken.
- Jij boycot de producten van dat bedrijf.
- Hij/zij boycot de conferentie vanwege haar standpunt.
- Wij boycotten het evenement om onze stem te laten horen.
- Jullie boycotten de politieke bijeenkomst uit protest.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Boycotten with some of the pronouns.
- Ik boycotte het gebruik van plastic zakken vroeger.
- Jij boycotte de producten van dat bedrijf een tijd lang.
- Hij/zij boycotte de conferentie regelmatig vanwege haar standpunt.
- Wij boycotten het evenement altijd om onze stem te laten horen.
- Jullie boycotten de politieke bijeenkomst vaak uit protest.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Boycotten with some of the pronouns.
- Ik heb het gebruik van plastic zakken geboycot.
- Jij hebt de producten van dat bedrijf geboycot.
- Hij/zij heeft de conferentie geboycot vanwege haar standpunt.
- Wij hebben het evenement geboycot om onze stem te laten horen.
- Jullie hebben de politieke bijeenkomst geboycot uit protest.