charteren

Conjugations List of Charteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikchartercharterdeheb gecharterd
jij, je, uchartertcharterdehebt gecharterd
hij, zij, hetchartertcharterdeheeft gecharterd
wijcharterencharterdenhebben gecharterd
julliecharterencharterdenhebben gecharterd
zij, zecharterencharterdenhebben gecharterd

Presens
Beta

Example presens sentences for Charteren with some of the pronouns.

  • Ik charter een boot voor het weekend.
  • Jij chartered regelmatig vliegtuigen voor zakenreizen.
  • Hij chartert vaak zeiljachten voor zijn vakanties.
  • Zij charteren een bus voor hun schoolreisje.
  • Wij charteren een helikopter om naar het afgelegen eiland te gaan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Charteren with some of the pronouns.

  • Vroeger charterde ik boten voor pleziertochten.
  • Toen jij jonger was, charterde je vaak jetski's in de zomer.
  • Hij charterde altijd motorjachten voor zijn familievakanties.
  • Zij charterden regelmatig touringcars voor groepsreizen.
  • Wij charterden vroeger kleine vliegtuigen voor korte uitstapjes.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Charteren with some of the pronouns.

  • Ik heb een boot gecharterd voor het weekend.
  • Jij hebt regelmatig vliegtuigen gecharterd voor zakenreizen.
  • Hij heeft vaak zeiljachten gecharterd voor zijn vakanties.
  • Zij hebben een bus gecharterd voor hun schoolreisje.
  • Wij hebben een helikopter gecharterd om naar het afgelegen eiland te gaan.