chloroformeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | chloroformeer | chloroformeerde | heb gechloroformeerd |
jij, je, u | chloroformeert | chloroformeerde | hebt gechloroformeerd |
hij, zij, het | chloroformeert | chloroformeerde | heeft gechloroformeerd |
wij | chloroformeren | chloroformeerden | hebben gechloroformeerd |
jullie | chloroformeren | chloroformeerden | hebben gechloroformeerd |
zij, ze | chloroformeren | chloroformeerden | hebben gechloroformeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Chloroformeren with some of the pronouns.
- Ik chloroformeer de laboratoriummuizen voor het experiment.
- Jij chloroformeert de patiënten voor de operatie.
- Hij/zij/het chloroformeert de insecten om ze te bestuderen.
- Wij chloroformeren de monsters voor analyse.
- Jullie chloroformeren de onkruiden in de tuin.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Chloroformeren with some of the pronouns.
- Ik chloroformeerde de laboratoriummuizen voor het experiment.
- Jij chloroformeerde de patiënten voor de operatie.
- Hij/zij/het chloroformeerde de insecten om ze te bestuderen.
- Wij chloroformeerden de monsters voor analyse.
- Jullie chloroformeerden de onkruiden in de tuin.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Chloroformeren with some of the pronouns.
- Ik heb de laboratoriummuizen voor het experiment gechloroformeerd.
- Jij hebt de patiënten voor de operatie gechloroformeerd.
- Hij/zij/het heeft de insecten gechloroformeerd om ze te bestuderen.
- Wij hebben de monsters voor analyse gechloroformeerd.
- Jullie hebben de onkruiden in de tuin gechloroformeerd.