delibereren

Conjugations List of Delibereren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdelibereerdelibereerdeheb gedelibereerd
jij, je, udelibereertdelibereerdehebt gedelibereerd
hij, zij, hetdelibereertdelibereerdeheeft gedelibereerd
wijdelibererendelibereerdenhebben gedelibereerd
julliedelibererendelibereerdenhebben gedelibereerd
zij, zedelibererendelibereerdenhebben gedelibereerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Delibereren with some of the pronouns.

  • Ik delibereren over de beste oplossing.
  • Jij delibereren vaak met je collega's.
  • Hij/Zij delibereren al een uur lang.
  • Wij delibereren gezamenlijk over het voorstel.
  • Jullie delibereren altijd grondig voordat jullie besluiten nemen.
  • Zij delibereren in stilte over de consequenties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Delibereren with some of the pronouns.

  • Ik delibereren regelmatig tijdens vergaderingen.
  • Jij delibereren altijd rustig en bedachtzaam.
  • Hij/Zij delibereren meestal lang voordat ze een definitieve beslissing nemen.
  • Wij delibereren vaak samen over belangrijke zaken.
  • Jullie delibereren al maanden over dit vraagstuk.
  • Zij delibereren gisteren over de mogelijke oplossingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Delibereren with some of the pronouns.

  • Ik heb gedelibereerd over de kwestie.
  • Jij hebt al vaak gedelibereerd in vergelijkbare situaties.
  • Hij/Zij heeft de hele dag gedelibereerd over de opties.
  • Wij hebben uitgebreid gedelibereerd voordat we een besluit namen.
  • Jullie hebben zorgvuldig gedelibereerd en een weloverwogen keuze gemaakt.
  • Zij hebben eerder deze week over dit onderwerp gedelibereerd.