denigreren

Conjugations List of Denigreren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdenigreerdenigreerdeheb gedenigreerd
jij, je, udenigreertdenigreerdehebt gedenigreerd
hij, zij, hetdenigreertdenigreerdeheeft gedenigreerd
wijdenigrerendenigreerdenhebben gedenigreerd
julliedenigrerendenigreerdenhebben gedenigreerd
zij, zedenigrerendenigreerdenhebben gedenigreerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Denigreren with some of the pronouns.

  • Ik denigreer zijn prestaties.
  • Jij denigreert haar werk.
  • Hij denigreert de inspanningen van het team.
  • Wij denigreren hun opvattingen.
  • Zij denigreren mijn ideeën.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Denigreren with some of the pronouns.

  • Ik denigreerde zijn prestaties.
  • Jij denigreerde haar werk.
  • Hij denigreerde de inspanningen van het team.
  • Wij denigreerden hun opvattingen.
  • Zij denigreerden mijn ideeën.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Denigreren with some of the pronouns.

  • Ik heb zijn prestaties denigreerd.
  • Jij hebt haar werk denigreerd.
  • Hij heeft de inspanningen van het team denigreerd.
  • Wij hebben hun opvattingen denigreerd.
  • Zij hebben mijn ideeën denigreerd.