doodhouden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | houd dood | hield dood | heb doodgehouden |
jij, je, u | houdt dood | hield dood | hebt doodgehouden |
hij, zij, het | houdt dood | hield dood | heeft doodgehouden |
wij | houden dood | hielden dood | hebben doodgehouden |
jullie | houden dood | hielden dood | hebben doodgehouden |
zij, ze | houden dood | hielden dood | hebben doodgehouden |
PresensBeta
Example presens sentences for Doodhouden with some of the pronouns.
- Ik houd mijn belofte om gezond te eten dood.
- Jij houdt je vriend op de hoogte van de plannen dood.
- Hij houdt het geheim goed dood.
- Wij houden de traditie van Sinterklaas levendig dood.
- Jullie houden de discussie over politiek dood.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doodhouden with some of the pronouns.
- Ik hield mijn belofte om gezond te eten dood.
- Jij hield je vriend altijd op de hoogte van de plannen dood.
- Hij hield het geheim goed dood.
- Wij hielden de traditie van Sinterklaas levendig dood.
- Jullie hielden de discussie over politiek dood.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doodhouden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn belofte om gezond te eten doodgehouden.
- Jij hebt je vriend op de hoogte gehouden van de plannen.
- Hij heeft het geheim goed doodgehouden.
- Wij hebben de traditie van Sinterklaas levendig doodgehouden.
- Jullie hebben de discussie over politiek doodgehouden.