inwassen

Conjugations List of Inwassen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwas inwaste inheb ingewassen
jij, je, uwast inwaste inhebt ingewassen
hij, zij, hetwast inwaste inheeft ingewassen
wijwassen inwasten inhebben ingewassen
julliewassen inwasten inhebben ingewassen
zij, zewassen inwasten inhebben ingewassen

Presens
Beta

Example presens sentences for Inwassen with some of the pronouns.

  • Ik was in.
  • Jij wast in.
  • Hij/Zij wast in.
  • Wij wassen in.
  • Jullie wassen in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inwassen with some of the pronouns.

  • Ik waste in.
  • Jij waste in.
  • Hij/Zij waste in.
  • Wij wasten in.
  • Jullie wasten in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inwassen with some of the pronouns.

  • Ik heb ingewassen.
  • Jij hebt ingewassen.
  • Hij/Zij heeft ingewassen.
  • Wij hebben ingewassen.
  • Jullie hebben ingewassen.