doodspelen

Conjugations List of Doodspelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspeel doodspeelde doodheb doodgespeeld
jij, je, uspeelt doodspeelde doodhebt doodgespeeld
hij, zij, hetspeelt doodspeelde doodheeft doodgespeeld
wijspelen doodspeelden doodhebben doodgespeeld
julliespelen doodspeelden doodhebben doodgespeeld
zij, zespelen doodspeelden doodhebben doodgespeeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Doodspelen with some of the pronouns.

  • Ik speel dood.
  • Jij speelt dood.
  • Hij speelt dood.
  • Zij speelt dood.
  • Wij spelen dood.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doodspelen with some of the pronouns.

  • Ik speelde dood.
  • Jij speelde dood.
  • Hij speelde dood.
  • Zij speelde dood.
  • Wij speelden dood.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doodspelen with some of the pronouns.

  • Ik heb doodgespeeld.
  • Jij hebt doodgespeeld.
  • Hij heeft doodgespeeld.
  • Zij heeft doodgespeeld.
  • Wij hebben doodgespeeld.