doorbijten

Conjugations List of Doorbijten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbijt doorbeet doorheb doorgebeten
jij, je, ubijt doorbeet doorhebt doorgebeten
hij, zij, hetbijt doorbeet doorheeft doorgebeten
wijbijten doorbeten doorhebben doorgebeten
julliebijten doorbeten doorhebben doorgebeten
zij, zebijten doorbeten doorhebben doorgebeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorbijten with some of the pronouns.

  • Ik bijt door tijdens het studeren.
  • Jij bijt door als je een uitdaging hebt.
  • Hij/Zij/Het bijt door ondanks de moeilijkheden.
  • Wij bijten door in het project.
  • Jullie bijten door, zelfs als het zwaar is.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorbijten with some of the pronouns.

  • Ik beet door toen ik het moeilijk had.
  • Jij beet door tijdens de training.
  • Hij/Zij/Het beet door, zelfs als het pijn deed.
  • Wij beten door totdat we onze grenzen verlegden.
  • Jullie beten door, ondanks alle obstakels.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorbijten with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgebeten en mijn doel bereikt.
  • Jij hebt doorgebeten tijdens de wedstrijd.
  • Hij/Zij/Het heeft doorgebeten tot het einde.
  • Wij hebben doorgebeten ondanks de tegenslagen.
  • Jullie hebben doorgebeten en succes behaald.