adverteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | adverteer | adverteerde | heb geadverteerd |
jij, je, u | adverteert | adverteerde | hebt geadverteerd |
hij, zij, het | adverteert | adverteerde | heeft geadverteerd |
wij | adverteren | adverteerden | hebben geadverteerd |
jullie | adverteren | adverteerden | hebben geadverteerd |
zij, ze | adverteren | adverteerden | hebben geadverteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Adverteren with some of the pronouns.
- Ik adverteer regelmatig in lokale kranten.
- Jij adverteert je producten op sociale media.
- Hij adverteert zijn diensten op televisie.
- Wij adverteren ons evenement op billboards.
- Zij adverteren hun nieuwe collectie in tijdschriften.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Adverteren with some of the pronouns.
- Ik adverteerde vroeger in lokale kranten.
- Jij adverteerde je producten op sociale media maar nu niet meer.
- Hij adverteerde zijn diensten altijd op televisie.
- Wij adverteerden ons evenement op radio en posters.
- Zij adverteerden hun nieuwe collectie in het verleden ook al.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Adverteren with some of the pronouns.
- Ik heb geadverteerd in verschillende magazines.
- Jij hebt je producten al eerder geadverteerd.
- Hij heeft zijn diensten succesvol geadverteerd.
- Wij hebben ons evenement goed geadverteerd.
- Zij hebben hun nieuwe collectie uitgebreid geadverteerd.