doorredeneren

Conjugations List of Doorredeneren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikredeneer doorredeneerde doorheb doorgeredeneerd
jij, je, uredeneert doorredeneerde doorhebt doorgeredeneerd
hij, zij, hetredeneert doorredeneerde doorheeft doorgeredeneerd
wijredeneren doorredeneerden doorhebben doorgeredeneerd
jullieredeneren doorredeneerden doorhebben doorgeredeneerd
zij, zeredeneren doorredeneerden doorhebben doorgeredeneerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorredeneren with some of the pronouns.

  • Ik doorredeneer vaak over filosofische vraagstukken.
  • Jij doorredeneert graag over politieke kwesties.
  • Hij doorredeneert zijn standpunt met sterke argumenten.
  • Zij doorredeneert de logica achter de puzzel.
  • Wij doorredeneren samen over mogelijke oplossingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorredeneren with some of the pronouns.

  • Vroeger doorredeneerde ik altijd zonder pauze.
  • Toen ik jonger was, doorredeneerde ik alles tot in detail.
  • Hij doorredeneerde eindeloos over de mogelijke uitkomsten.
  • Zij doorredeneerde dagenlang over de implicaties van haar keuze.
  • Wij doorredeneerden veel tijdens onze studententijd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorredeneren with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgeredeneerd over de gevolgen van die beslissing.
  • Jij bent al een tijdje door blijven redeneren over dat probleem.
  • Hij heeft zijn gedachten goed doorgeredeneerd voordat hij antwoord gaf.
  • Zij is tot nieuwe inzichten gekomen na lang door te hebben geredeneerd.
  • Wij hebben het vraagstuk uitvoerig doorgeredeneerd en een conclusie getrokken.