doorschrijven
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | schrijf door | schreef door | heb doorgeschreven |
| jij, je, u | schrijft door | schreef door | hebt doorgeschreven |
| hij, zij, het | schrijft door | schreef door | heeft doorgeschreven |
| wij | schrijven door | schreven door | hebben doorgeschreven |
| jullie | schrijven door | schreven door | hebben doorgeschreven |
| zij, ze | schrijven door | schreven door | hebben doorgeschreven |
Presens
Example presens sentences for Doorschrijven with some of the pronouns.
- Ik schrijf door aan mijn roman.
- Jij schrijft door tijdens de les.
- Hij/zij/het schrijft door zonder te stoppen.
- Wij schrijven door tot we klaar zijn.
- Jullie schrijven door met volle concentratie.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Doorschrijven with some of the pronouns.
- Ik schreef door aan mijn roman.
- Jij schreef door tijdens de les.
- Hij/zij/het schreef door zonder te stoppen.
- Wij schreven door tot we klaar waren.
- Jullie schreven door met volle concentratie.
Perfectum
Example perfectum sentences for Doorschrijven with some of the pronouns.
- Ik heb doorgeschreven aan mijn roman.
- Jij hebt doorgeschreven tijdens de les.
- Hij/zij/het heeft doorgeschreven zonder te stoppen.
- Wij hebben doorgeschreven tot we klaar waren.
- Jullie hebben doorgeschreven met volle concentratie.