doorstappen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stap door | stapte door | heb doorgestapt |
jij, je, u | stapt door | stapte door | hebt doorgestapt |
hij, zij, het | stapt door | stapte door | heeft doorgestapt |
wij | stappen door | stapten door | hebben doorgestapt |
jullie | stappen door | stapten door | hebben doorgestapt |
zij, ze | stappen door | stapten door | hebben doorgestapt |
Presens
Example presens sentences for Doorstappen with some of the pronouns.
- Ik stap door naar het einde van de straat.
- Jij stapt door met je onderzoek.
- Hij/Zij/Het stapt door ondanks de tegenslagen.
- Wij stappen door in ons streven naar gelijkheid.
- Jullie stappen door in jullie carrière.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Doorstappen with some of the pronouns.
- Ik stapte door tot in de late uurtjes.
- Jij stapte door zonder te klagen.
- Hij/Zij/Het stapte door ondanks de vermoeidheid.
- Wij stapten door terwijl het regende.
- Jullie stapten door met volle energie.
Perfectum
Example perfectum sentences for Doorstappen with some of the pronouns.
- Ik ben doorgestapt naar de volgende fase van mijn leven.
- Jij bent doorstapt met je plan en hebt succes geboekt.
- Hij/Zij/Het is doorstapt naar een hoger niveau.
- Wij zijn doorgestapt na een moeilijke periode.
- Jullie zijn doorstapt in jullie samenwerking.