stagediven
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | stagedive | stagedivede | heb gestagedived |
| jij, je, u | stagedivet | stagedivede | hebt gestagedived |
| hij, zij, het | stagedivet | stagedivede | heeft gestagedived |
| wij | stagediven | stagediveden | hebben gestagedived |
| jullie | stagediven | stagediveden | hebben gestagedived |
| zij, ze | stagediven | stagediveden | hebben gestagedived |
Presens
Example presens sentences for Stagediven with some of the pronouns.
- Ik stage dive tijdens concerten.
- Jij stage divet tijdens festivals.
- Hij/zij/het stage divet graag op het podium.
- Wij stage diven met veel enthousiasme.
- Jullie stage diven vaak samen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Stagediven with some of the pronouns.
- Vroeger stagedivede ik regelmatig.
- Toen jij jong was, stagedivede je altijd.
- Hij/zij/het stagedivede al op jonge leeftijd.
- In die tijd stagediven we vaak.
- Jullie stagediveden samen op veel feesten.
Perfectum
Example perfectum sentences for Stagediven with some of the pronouns.
- Ik heb gestagedived op dat concert.
- Jij bent gestagedived tijdens die show.
- Hij/zij/het is gestagedived bij dat evenement.
- Wij zijn gestagedived op verschillende podia.
- Jullie hebben gestagedived op dat festival.