doorstuderen

Conjugations List of Doorstuderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstudeer doorstudeerde doorheb doorgestudeerd
jij, je, ustudeert doorstudeerde doorhebt doorgestudeerd
hij, zij, hetstudeert doorstudeerde doorheeft doorgestudeerd
wijstuderen doorstudeerden doorhebben doorgestudeerd
julliestuderen doorstudeerden doorhebben doorgestudeerd
zij, zestuderen doorstudeerden doorhebben doorgestudeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorstuderen with some of the pronouns.

  • Ik studeer door voor mijn examen.
  • Hij studeert door om zijn diploma te halen.
  • Zij studeren door omdat ze graag meer willen leren.
  • We studeren door voor onze toekomstige carrière.
  • Jullie studeren door ondanks de uitdagingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorstuderen with some of the pronouns.

  • Ik studeerde door terwijl ik ook werkte.
  • Hij studeerde door ondanks de moeilijkheden.
  • Zij studeerden door in de late avonduren.
  • We studeerden door tot in de vroege ochtenduren.
  • Jullie studeerden door met volharding en vastberadenheid.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorstuderen with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgestudeerd na mijn afstuderen.
  • Hij heeft doorstuderen voortgezet tijdens zijn doctoraat.
  • Zij hebben doorstuderen als hun levenslange passie gekozen.
  • We hebben doorstuderen als een noodzakelijke stap gezien.
  • Jullie hebben doorstuderen met succes voltooid.