doorvechten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vecht door | vocht door | heb doorgevochten |
jij, je, u | vecht door | vocht door | hebt doorgevochten |
hij, zij, het | vecht door | vocht door | heeft doorgevochten |
wij | vechten door | vochten door | hebben doorgevochten |
jullie | vechten door | vochten door | hebben doorgevochten |
zij, ze | vechten door | vochten door | hebben doorgevochten |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorvechten with some of the pronouns.
- Ik vecht door voor mijn doelen.
- Jij vecht door tegen alle tegenslagen.
- Hij/Zij vecht door ondanks de moeilijkheden.
- Wij vechten door met volle overtuiging.
- Jullie vechten door tot het einde.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorvechten with some of the pronouns.
- Ik vocht door ondanks de uitdagingen.
- Jij vocht door in moeilijke tijden.
- Hij/Zij vocht door met alle kracht die hij/zij had.
- Wij vochten door tot we onze doelen bereikten.
- Jullie vochten door alsof er geen morgen was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorvechten with some of the pronouns.
- Ik heb doorgevochten om te bereiken wat ik wilde.
- Jij hebt doorgevochten en veel obstakels overwonnen.
- Hij/Zij heeft doorgevochten tot het uiterste.
- Wij hebben doorgevochten tegen alle verwachtingen in.
- Jullie hebben doorgevochten met een ongelooflijke vastberadenheid.