doorwoelen

Conjugations List of Doorwoelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoorwoeldoorwoeldeheb doorwoeld
jij, je, udoorwoeltdoorwoeldehebt doorwoeld
hij, zij, hetdoorwoeltdoorwoeldeheeft doorwoeld
wijdoorwoelendoorwoeldenhebben doorwoeld
julliedoorwoelendoorwoeldenhebben doorwoeld
zij, zedoorwoelendoorwoeldenhebben doorwoeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorwoelen with some of the pronouns.

  • Ik woel door in de tuin.
  • Jij woelt de aarde door met een schep.
  • Hij woelt door de oude fotoalbums.
  • Zij woelen door de papieren op zoek naar belangrijke documenten.
  • Wij woelen door het archief om informatie te vinden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorwoelen with some of the pronouns.

  • Ik woelde door in de tuin terwijl de zon scheen.
  • Jij woelde de aarde door en vond een worm.
  • Hij woelde door de oude fotoalbums op zoek naar een specifieke foto.
  • Zij woelden door de papieren om een ontbrekend rapport te vinden.
  • Wij woelden door het archief toen we een interessant oud document tegenkwamen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorwoelen with some of the pronouns.

  • Ik heb doorwoeld in de tuin en vond een verloren sleutel.
  • Jij hebt de aarde doorwoeld en hebt een munt gevonden.
  • Hij heeft door de oude fotoalbums doorwoeld en herinneringen opgehaald.
  • Zij hebben de papieren doorwoeld en belangrijke informatie ontdekt.
  • Wij hebben het archief doorwoeld en waardevolle documenten gevonden.