miswijzen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | wijs mis | wees mis | heb misgewezen |
| jij, je, u | wijst mis | wees mis | hebt misgewezen |
| hij, zij, het | wijst mis | wees mis | heeft misgewezen |
| wij | wijzen mis | wezen mis | hebben misgewezen |
| jullie | wijzen mis | wezen mis | hebben misgewezen |
| zij, ze | wijzen mis | wezen mis | hebben misgewezen |
PresensBeta
Example presens sentences for Miswijzen with some of the pronouns.
- Ik wijs de weg niet mis.
- Jij wijst de verkeerde richting aan.
- Hij/Zij wijst haar fouten altijd af.
- Wij wijzen de juiste methode aan.
- Jullie wijzen de verantwoordelijkheid niet toe.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Miswijzen with some of the pronouns.
- Ik wees de weg niet mis.
- Jij wees de verkeerde richting aan.
- Hij/Zij wees haar fouten altijd af.
- Wij wezen de juiste methode aan.
- Jullie wezen de verantwoordelijkheid niet toe.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Miswijzen with some of the pronouns.
- Ik heb de weg niet misgewezen.
- Jij hebt de verkeerde richting aangewezen.
- Hij/Zij heeft haar fouten altijd afgewezen.
- Wij hebben de juiste methode aangewezen.
- Jullie hebben de verantwoordelijkheid niet toegewezen.