vuilbekken

Conjugations List of Vuilbekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvuilbekvuilbekteheb gevuilbekt
jij, je, uvuilbektvuilbektehebt gevuilbekt
hij, zij, hetvuilbektvuilbekteheeft gevuilbekt
wijvuilbekkenvuilbektenhebben gevuilbekt
jullievuilbekkenvuilbektenhebben gevuilbekt
zij, zevuilbekkenvuilbektenhebben gevuilbekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Vuilbekken with some of the pronouns.

  • Hij vuilbekkent altijd tijdens de vergaderingen.
  • De kinderen vuilbekken vaak als ze boos zijn.
  • Ik kan niet tegen mensen die vuilbekken.
  • Jullie moeten stoppen met vuilbekken in de klas.
  • De politicus wordt bekritiseerd omdat hij vuilbekkend taalgebruik gebruikt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vuilbekken with some of the pronouns.

  • Hij vuilbekte altijd tijdens de vergaderingen vroeger.
  • De kinderen vuilbekten vaak als ze boos waren.
  • Ik kon niet tegen mensen die vroeger vuilbekten.
  • Jullie moesten stoppen met vuilbekken in de klas toen ik jullie les gaf.
  • De politicus werd bekritiseerd omdat hij vroeger veel vuilbekte.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vuilbekken with some of the pronouns.

  • Hij heeft gevuilbekkend tijdens het feestje van gisteravond.
  • De kinderen hebben regelmatig gevuilbekkend wanneer ze ruzie hebben.
  • Ik heb mijn broertje betrapt toen hij aan het gevuilbekken was.
  • Jullie hebben al genoeg gevuilbekkend vandaag.
  • De politicus heeft zich verontschuldigd voor zijn gevuilbekkende uitspraken.