nahouden

Conjugations List of Nahouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou nahield naheb nagehouden
jij, je, uhoudt nahield nahebt nagehouden
hij, zij, hethoudt nahield naheeft nagehouden
wijhouden nahielden nahebben nagehouden
julliehouden nahielden nahebben nagehouden
zij, zehouden nahielden nahebben nagehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Nahouden with some of the pronouns.

  • Ik houd de afspraken nauwkeurig in mijn agenda bij.
  • Jij houdt je aan de regels van de school bij.
  • Hij/zij/het houdt zijn/haar beloften altijd bij.
  • Wij houden het nieuws dagelijks bij.
  • Jullie houden de scores van het spel bij.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Nahouden with some of the pronouns.

  • Vroeger hield ik alle gegevens handmatig bij.
  • Als kind hield jij altijd je speelgoed netjes bij.
  • Hij/zij/het hield altijd zijn/haar kamer opgeruimd bij.
  • In die tijd hielden wij een dagboek bij.
  • Jullie hielden de tradities nauwlettend bij.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Nahouden with some of the pronouns.

  • Ik heb de notities goed bijgehouden.
  • Jij hebt je aan de planning gehouden.
  • Hij/zij/het heeft zijn/haar woord niet altijd bijgehouden.
  • Wij hebben de ontwikkelingen in de gaten gehouden.
  • Jullie hebben de voorraad zorgvuldig bijgehouden.