doorzijgen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zijg door | zeeg door | heb doorgezegen |
jij, je, u | zijgt door | zeeg door | hebt doorgezegen |
hij, zij, het | zijgt door | zeeg door | heeft doorgezegen |
wij | zijgen door | zegen door | hebben doorgezegen |
jullie | zijgen door | zegen door | hebben doorgezegen |
zij, ze | zijgen door | zegen door | hebben doorgezegen |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorzijgen with some of the pronouns.
- De olie doorzijgt langzaam door de grond.
- Het water doorzijgt door de scheuren in de muur.
- De geur van het parfum doorzijgt de hele kamer.
- De informatie over de nieuwe regelingen doorzijgt geleidelijk naar alle medewerkers.
- De nieuwtjes over de beroemdheden doorzijgen snel in de roddelbladen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorzijgen with some of the pronouns.
- Vroeger zijgde de olie langzaam door de grond.
- Het water zijgde door de scheuren in de muur.
- De geur van het parfum zijgde door de hele kamer.
- Vroeger drong de informatie over de nieuwe regelingen geleidelijk door tot alle medewerkers.
- Vroeger drongen de nieuwtjes over de beroemdheden snel door in de roddelbladen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorzijgen with some of the pronouns.
- De olie is doorgezijgd door de grond.
- Het water is doorgezijgd door de scheuren in de muur.
- De geur van het parfum is doorgezijgd door de hele kamer.
- De informatie over de nieuwe regelingen is geleidelijk doorgedrongen tot alle medewerkers.
- De nieuwtjes over de beroemdheden zijn snel doorgedrongen in de roddelbladen.