draineren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | draineer | draineerde | heb gedraineerd |
| jij, je, u | draineert | draineerde | hebt gedraineerd |
| hij, zij, het | draineert | draineerde | heeft gedraineerd |
| wij | draineren | draineerden | hebben gedraineerd |
| jullie | draineren | draineerden | hebben gedraineerd |
| zij, ze | draineren | draineerden | hebben gedraineerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Draineren with some of the pronouns.
- Ik draineer het overtollige water uit de vijver.
- Jij draineert de grond om vochtproblemen te voorkomen.
- Hij/Zij/Het draineert het terrein voor de bouwwerkzaamheden.
- Wij drainen de akkers om de bodemstructuur te verbeteren.
- Jullie draineren het zwembad na het zwemmen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Draineren with some of the pronouns.
- Ik drainde de moestuin elke lente.
- Jij drainde het voetbalveld voor de wedstrijd.
- Hij/Zij/Het drainde de akker om de gewassen te beschermen.
- Wij drainden de weg na hevige regenval.
- Jullie drainden de kelder na de overstroming.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Draineren with some of the pronouns.
- Ik heb de grond gedraineerd om de wateroverlast op te lossen.
- Jij hebt de afvoerbuizen gedraineerd tijdens de renovatie.
- Hij/Zij/Het heeft de tuin gedraineerd voor betere afwatering.
- Wij hebben de riolering gedraineerd om verstoppingen te voorkomen.
- Jullie hebben de drainagebuisjes gedraineerd voor onderhoudswerkzaamheden.