eikelen

Conjugations List of Eikelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikeikeleikeldeheb geƫikeld
jij, je, ueikelteikeldehebt geƫikeld
hij, zij, heteikelteikeldeheeft geƫikeld
wijeikeleneikeldenhebben geƫikeld
jullieeikeleneikeldenhebben geƫikeld
zij, zeeikeleneikeldenhebben geƫikeld

Presens

Example presens sentences for Eikelen with some of the pronouns.

  • Ik eikel regelmatig in het park.
  • Jij eikelt vaak over kleine dingen.
  • Hij eikelt graag in zijn vrije tijd.
  • Wij eikelen soms over onbelangrijke zaken.
  • Zij eikelen altijd over politiek.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Eikelen with some of the pronouns.

  • Vroeger eikelde ik veel over mijn werk.
  • Toen ik jonger was, eikelde jij altijd over school.
  • Hij eikelde regelmatig tijdens familiebijeenkomsten.
  • In die periode eikelden wij constant over geldzaken.
  • Zij eikelden geregeld over de slechte service in dat hotel.

Perfectum

Example perfectum sentences for Eikelen with some of the pronouns.

  • Ik heb geĆ«ikeld op het feest gisteravond.
  • Jij bent al eerder geĆ«ikeld tijdens een presentatie.
  • Hij heeft vaak geĆ«ikeld in het verleden.
  • Wij hebben nog nooit geĆ«ikeld in dat restaurant.
  • Zij zijn al meerdere keren geĆ«ikeld tijdens hun reizen.