openmaken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | maak open | maakte open | heb opengemaakt |
jij, je, u | maakt open | maakte open | hebt opengemaakt |
hij, zij, het | maakt open | maakte open | heeft opengemaakt |
wij | maken open | maakten open | hebben opengemaakt |
jullie | maken open | maakten open | hebben opengemaakt |
zij, ze | maken open | maakten open | hebben opengemaakt |
PresensBeta
Example presens sentences for Openmaken with some of the pronouns.
- Ik maak de deur open en stap naar binnen.
- Hij maakt het cadeau voorzichtig open en bekijkt de inhoud.
- Wij maken de ramen open zodat er frisse lucht binnenkomt.
- Jullie maken de envelop open en lezen de brief.
- De kinderen maken het cadeaupapier enthousiast open.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Openmaken with some of the pronouns.
- Ik maakte vroeger elke ochtend de gordijnen open als ik wakker werd.
- Hij maakte de doos per ongeluk kapot toen hij hem probeerde open te maken.
- Wij maakten altijd samen de cadeautjes open op verjaardagen.
- Jullie maakten de deuren open en liepen naar buiten.
- De leden van de jury maakten de enveloppen één voor één open om de winnaar bekend te maken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Openmaken with some of the pronouns.
- Ik heb de fles wijn opengemaakt om te serveren bij het diner.
- Hij heeft het pakketje netjes opengeknipt met een schaar.
- Wij hebben de brieven al opengemaakt en beantwoord.
- Jullie hebben de tassen uitgepakt en de inhoud gecontroleerd.
- De monteur heeft de computerkast geopend om het probleem te onderzoeken.