encanailleren

Conjugations List of Encanailleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikencanailleerencanailleerdeheb geëncanailleerd
jij, je, uencanailleertencanailleerdehebt geëncanailleerd
hij, zij, hetencanailleertencanailleerdeheeft geëncanailleerd
wijencanaillerenencanailleerdenhebben geëncanailleerd
jullieencanaillerenencanailleerdenhebben geëncanailleerd
zij, zeencanaillerenencanailleerdenhebben geëncanailleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Encanailleren with some of the pronouns.

  • Ik encanailleer met mijn vrienden in het weekend.
  • Jij encanailleert regelmatig op feestjes.
  • Hij/zij encanailleert graag in chique restaurants.
  • Wij encanailleeren ons tijdens vakanties.
  • Jullie encanailleeren je met interessante boeken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Encanailleren with some of the pronouns.

  • Vroeger encanailleerde ik mij op hippe festivals.
  • Toen zij jong was, encanailleerde zij zich in artistieke kringen.
  • In die tijd encanailleerde hij zich met invloedrijke personen.
  • Wij encanailleerden onszelf graag in bruisende steden.
  • Als kind encanailleerden jullie je met verboden snoepjes.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Encanailleren with some of the pronouns.

  • Ik heb me geencanailleerd op dat feestje gisteravond.
  • Jij bent vaak geencanailleerd op extravagante evenementen.
  • Hij/zij is al eens geencanailleerd op luxueuze cruises.
  • Wij hebben ons geencanailleerd tijdens onze laatste citytrip.
  • Jullie zijn vaker geencanailleerd met avontuurlijke activiteiten.