overwaarderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | waardeer over | waardeerde over | heb overgewaardeerd |
jij, je, u | waardeert over | waardeerde over | hebt overgewaardeerd |
hij, zij, het | waardeert over | waardeerde over | heeft overgewaardeerd |
wij | waarderen over | waardeerden over | hebben overgewaardeerd |
jullie | waarderen over | waardeerden over | hebben overgewaardeerd |
zij, ze | waarderen over | waardeerden over | hebben overgewaardeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Overwaarderen with some of the pronouns.
- Ik overwaardeer de inzet van mijn studenten.
- Jij overwaardeert zijn talenten.
- Hij overwaardeert haar prestaties.
- Wij overwaarderen de waarde van geld soms.
- Zij overwaarderen de impact van sociale media.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overwaarderen with some of the pronouns.
- Ik overwaardeerde de inzet van mijn studenten.
- Jij overwaardeerde zijn talenten.
- Hij overwaardeerde haar prestaties.
- Wij overwaardeerden de waarde van geld soms.
- Zij overwaardeerden de impact van sociale media.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overwaarderen with some of the pronouns.
- Ik heb de inzet van mijn studenten overgewaardeerd.
- Jij hebt zijn talenten overgewaardeerd.
- Hij heeft haar prestaties overgewaardeerd.
- Wij hebben de waarde van geld soms overgewaardeerd.
- Zij hebben de impact van sociale media overgewaardeerd.