grondvesten
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | grondvest | grondvestte | heb gegrondvest |
| jij, je, u | grondvest | grondvestte | hebt gegrondvest |
| hij, zij, het | grondvest | grondvestte | heeft gegrondvest |
| wij | grondvesten | grondvestten | hebben gegrondvest |
| jullie | grondvesten | grondvestten | hebben gegrondvest |
| zij, ze | grondvesten | grondvestten | hebben gegrondvest |
PresensBeta
Example presens sentences for Grondvesten with some of the pronouns.
- Ik grondvest een nieuw bedrijf.
- Jij grondvest het fundament van onze vriendschap.
- Hij grondvest zijn argumenten op solide bewijs.
- Wij grondvesten een nieuwe traditie.
- Zij grondvesten hun geloof op sterke waarden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Grondvesten with some of the pronouns.
- Ik grondvestte een nieuw bedrijf.
- Jij grondvestte het fundament van onze vriendschap.
- Hij grondvestte zijn argumenten op solide bewijs.
- Wij grondvestten een nieuwe traditie.
- Zij grondvestten hun geloof op sterke waarden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Grondvesten with some of the pronouns.
- Ik heb een nieuw bedrijf gegrondvest.
- Jij hebt het fundament van onze vriendschap gegrondvest.
- Hij heeft zijn argumenten op solide bewijs gegrondvest.
- Wij hebben een nieuwe traditie gegrondvest.
- Zij hebben hun geloof op sterke waarden gegrondvest.