expresseren

Conjugations List of Expresseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikexpresseerexpresseerdeheb geëxpresseerd
jij, je, uexpresseertexpresseerdehebt geëxpresseerd
hij, zij, hetexpresseertexpresseerdeheeft geëxpresseerd
wijexpresserenexpresseerdenhebben geëxpresseerd
jullieexpresserenexpresseerdenhebben geëxpresseerd
zij, zeexpresserenexpresseerdenhebben geëxpresseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Expresseren with some of the pronouns.

  • Ik expresser
  • Jij / u expressert
  • Hij / zij / het expressert
  • Wij / jullie / zij expresseren

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Expresseren with some of the pronouns.

  • Ik expresserde
  • Jij / u expresserde
  • Hij / zij / het expresserde
  • Wij / jullie / zij expresserden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Expresseren with some of the pronouns.

  • Ik heb geëxprest
  • Jij / u hebt geëxprest
  • Hij / zij / het heeft geëxprest
  • Wij / jullie / zij hebben geëxprest