feppen

Conjugations List of Feppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfepfepteheb gefept
jij, je, ufeptfeptehebt gefept
hij, zij, hetfeptfepteheeft gefept
wijfeppenfeptenhebben gefept
julliefeppenfeptenhebben gefept
zij, zefeppenfeptenhebben gefept

Presens

Example presens sentences for Feppen with some of the pronouns.

  • Ik fepp
  • Jij fept
  • Hij/Zij/Het fept
  • Wij jullie zij feppen
  • De kinderen feppen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Feppen with some of the pronouns.

  • Ik fepte
  • Jij fepte
  • Hij/Zij/Het fepte
  • Wij fepten
  • De kinderen fepten

Perfectum

Example perfectum sentences for Feppen with some of the pronouns.

  • Ik heb gefept
  • Jij hebt gefept
  • Hij/Zij/Het heeft gefept
  • Wij hebben gefept
  • Zij hebben gefept