fleren

Conjugations List of Fleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfleerfleerdeheb gefleerd
jij, je, ufleertfleerdehebt gefleerd
hij, zij, hetfleertfleerdeheeft gefleerd
wijflerenfleerdenhebben gefleerd
jullieflerenfleerdenhebben gefleerd
zij, zeflerenfleerdenhebben gefleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Fleren with some of the pronouns.

  • Ik flear vandaag Nederlands met mijn studenten.
  • Jij fleert snel en gemakkelijk nieuwe woorden.
  • Hij/Zij/Het flert graag met de Nederlandse grammatica.
  • Wij fleren elke dag nieuwe zinnen.
  • Jullie fleren goed in deze les.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Fleren with some of the pronouns.

  • Vroeger fleerde ik met mijn vrienden na schooltijd.
  • Jij fleerde vaak tot laat in de avond.
  • Hij/Zij/Het fleerde altijd met enthousiasme in de klas.
  • Wij fleerden regelmatig samen voor het examen.
  • Jullie fleerden al jaren voordat je naar Nederland kwam.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Fleren with some of the pronouns.

  • Ik heb gefleerd tijdens mijn vakantie in Nederland.
  • Jij bent al een paar maanden aan het fleren.
  • Hij/Zij/Het heeft veel geleerd sinds hij begon te fleren.
  • Wij hebben al vele boeken gefleerd.
  • Jullie zijn al lang aan het fleren op een hoog niveau.