gehoorzamen

Conjugations List of Gehoorzamen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgehoorzaamgehoorzaamdeheb gehoorzaamd
jij, je, ugehoorzaamtgehoorzaamdehebt gehoorzaamd
hij, zij, hetgehoorzaamtgehoorzaamdeheeft gehoorzaamd
wijgehoorzamengehoorzaamdenhebben gehoorzaamd
julliegehoorzamengehoorzaamdenhebben gehoorzaamd
zij, zegehoorzamengehoorzaamdenhebben gehoorzaamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Gehoorzamen with some of the pronouns.

  • Ik gehoorzaam mijn ouders altijd.
  • Jij gehoorzaamt de regels van de school.
  • Hij gehoorzaamt zijn baas zonder twijfel.
  • Wij gehoorzamen de wetten van het land.
  • Zij gehoorzamen de instructies van de leraar.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Gehoorzamen with some of the pronouns.

  • Ik gehoorzaamde mijn ouders altijd toen ik jong was.
  • Jij gehoorzaamde de regels van de school vroeger.
  • Hij gehoorzaamde zijn baas zonder twijfel in het verleden.
  • Wij gehoorzaamden de wetten van het land lang geleden.
  • Zij gehoorzaamden de instructies van de leraar tijdens de cursus.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Gehoorzamen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn ouders altijd gehoorzaamd.
  • Jij hebt de regels van de school gehoorzaamd.
  • Hij heeft zijn baas zonder twijfel gehoorzaamd.
  • Wij hebben de wetten van het land gehoorzaamd.
  • Zij hebben de instructies van de leraar gehoorzaamd.