gespen

Conjugations List of Gespen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgespgespteheb gegespt
jij, je, ugesptgesptehebt gegespt
hij, zij, hetgesptgespteheeft gegespt
wijgespengesptenhebben gegespt
julliegespengesptenhebben gegespt
zij, zegespengesptenhebben gegespt

Presens
Beta

Example presens sentences for Gespen with some of the pronouns.

  • Ik gesp mijn riem vast.
  • Jij gespt je schoenen dicht.
  • Hij/zij spant de paarden in.
  • Wij gespen onze helmen op.
  • Zij gespen hun tassen dicht.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Gespen with some of the pronouns.

  • Ik spande mijn riem vast.
  • Jij spande je schoenen dicht.
  • Hij/zij spande de paarden in.
  • Wij spanden onze helmen op.
  • Zij spanden hun tassen dicht.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Gespen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn riem vastgespen.
  • Jij hebt je schoenen dichtgespt.
  • Hij/zij heeft de paarden ingespannen.
  • Wij hebben onze helmen opgespen.
  • Zij hebben hun tassen dichtgespen.