gevangenzitten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zit gevangen | zat gevangen | heb gevangengezeten |
jij, je, u | zit gevangen | zat gevangen | hebt gevangengezeten |
hij, zij, het | zit gevangen | zat gevangen | heeft gevangengezeten |
wij | zitten gevangen | zaten gevangen | hebben gevangengezeten |
jullie | zitten gevangen | zaten gevangen | hebben gevangengezeten |
zij, ze | zitten gevangen | zaten gevangen | hebben gevangengezeten |
PresensBeta
Example presens sentences for Gevangenzitten with some of the pronouns.
- Ik zit gevangen in mijn eigen gedachten.
- Hij zit gevangen in een web van leugens.
- Wij zitten gevangen in de file.
- Jullie zitten gevangen in een sleur.
- Zij zitten gevangen in armoede.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gevangenzitten with some of the pronouns.
- Ik zat gevangen in een benauwde ruimte.
- Hij zat gevangen achter tralies.
- Wij zaten gevangen in een uitzichtloze situatie.
- Jullie zaten gevangen in een verstoorde werkrelatie.
- Zij zaten gevangen in een emotioneel conflict.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gevangenzitten with some of the pronouns.
- Ik heb gevangen gezeten in een kleine cel.
- Hij heeft gevangen gezeten voor zijn misdaden.
- Wij hebben gevangen gezeten tijdens onze vakantie in het buitenland.
- Jullie hebben gevangen gezeten in een oncomfortabele situatie.
- Zij hebben gevangen gezeten in een gewelddadige relatie.