gnuiven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gnuif | gnuifde | heb gegnuifd |
jij, je, u | gnuift | gnuifde | hebt gegnuifd |
hij, zij, het | gnuift | gnuifde | heeft gegnuifd |
wij | gnuiven | gnuifden | hebben gegnuifd |
jullie | gnuiven | gnuifden | hebben gegnuifd |
zij, ze | gnuiven | gnuifden | hebben gegnuifd |
PresensBeta
Example presens sentences for Gnuiven with some of the pronouns.
- Ik gnuif elke ochtend bij het ontbijt.
- Jij gnuift graag als je blij bent.
- Hij/zij/het gnuift altijd wanneer hij/zij een grap hoort.
- Wij gnuiven tijdens feestjes.
- Jullie gnuiven vaak tijdens het spel.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gnuiven with some of the pronouns.
- Ik gnuifte vroeger veel meer dan nu.
- Jij gnuifte altijd als je iets grappigs zag.
- Hij/zij/het gnuifte steeds wanneer hij/zij langs de bakker liep.
- Wij gnuiften tijdens de hele film.
- Jullie gnuiften keer op keer om dezelfde mop.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gnuiven with some of the pronouns.
- Ik heb gegnuifd toen ik het goede nieuws hoorde.
- Jij hebt al meerdere keren gegnuifd tijdens deze voorstelling.
- Hij/zij/het heeft vorige week gegnuifd op het feestje.
- Wij hebben samen gegnuifd om de grappige video.
- Jullie hebben nooit eerder zo hard gegnuifd.