guillocheren

Conjugations List of Guillocheren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikguillocheerguillocheerdeheb geguillocheerd
jij, je, uguillocheertguillocheerdehebt geguillocheerd
hij, zij, hetguillocheertguillocheerdeheeft geguillocheerd
wijguillocherenguillocheerdenhebben geguillocheerd
jullieguillocherenguillocheerdenhebben geguillocheerd
zij, zeguillocherenguillocheerdenhebben geguillocheerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Guillocheren with some of the pronouns.

  • Ik guillocheer de afbeelding op het bankbiljet.
  • Jij guillocheert een patroon op het kunstwerk.
  • Hij guillocheert de rand van het juweel.
  • Wij guillocheren de beveiligingslijn op het document.
  • Zij guillocheren de decoratie op het zilveren bestek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Guillocheren with some of the pronouns.

  • Ik guillocheerde de afbeelding op het bankbiljet.
  • Jij guillocheerde een patroon op het kunstwerk.
  • Hij guillocheerde de rand van het juweel.
  • Wij guillocheerden de beveiligingslijn op het document.
  • Zij guillocheerden de decoratie op het zilveren bestek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Guillocheren with some of the pronouns.

  • Ik heb de afbeelding op het bankbiljet geguillocheerd.
  • Jij hebt een patroon op het kunstwerk geguillocheerd.
  • Hij heeft de rand van het juweel geguillocheerd.
  • Wij hebben de beveiligingslijn op het document geguillocheerd.
  • Zij hebben de decoratie op het zilveren bestek geguillocheerd.