inmengen

Conjugations List of Inmengen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmeng inmengde inheb ingemengd
jij, je, umengt inmengde inhebt ingemengd
hij, zij, hetmengt inmengde inheeft ingemengd
wijmengen inmengden inhebben ingemengd
julliemengen inmengden inhebben ingemengd
zij, zemengen inmengden inhebben ingemengd

Presens
Beta

Example presens sentences for Inmengen with some of the pronouns.

  • Ik meng me in de discussie.
  • Jij mengt je in het gesprek.
  • Hij/Zij mengt zich in de situatie.
  • Wij mengen ons in het project.
  • Zij mengen zich in de politiek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inmengen with some of the pronouns.

  • Ik mengde me vaak in de discussie.
  • Jij mengde je regelmatig in het gesprek.
  • Hij/Zij mengde zich soms in de situatie.
  • Wij mengden ons af en toe in het project.
  • Zij mengden zich zelden in de politiek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inmengen with some of the pronouns.

  • Ik heb me in de discussie gemengd.
  • Jij hebt je in het gesprek gemengd.
  • Hij/Zij heeft zich in de situatie gemengd.
  • Wij hebben ons in het project gemengd.
  • Zij hebben zich in de politiek gemengd.