hergebruiken

Conjugations List of Hergebruiken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhergebruikhergebruikteheb hergebruikt
jij, je, uhergebruikthergebruiktehebt hergebruikt
hij, zij, hethergebruikthergebruikteheeft hergebruikt
wijhergebruikenhergebruiktenhebben hergebruikt
julliehergebruikenhergebruiktenhebben hergebruikt
zij, zehergebruikenhergebruiktenhebben hergebruikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Hergebruiken with some of the pronouns.

  • Ik hergebruik oude materialen voor mijn knutselprojecten.
  • Jij hergebruikt plastic flessen als plantenpotten.
  • Hij/Zij hergebruikt zijn/haar kleding om milieubewust te zijn.
  • Wij hergebruiken papier om bomen te sparen.
  • Zij hergebruiken glazen potjes voor het bewaren van voedsel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Hergebruiken with some of the pronouns.

  • Vroeger hergebruikte ik oude materialen voor mijn knutselprojecten.
  • Vroeger hergebruikte jij plastic flessen als plantenpotten.
  • Vroeger hergebruikte hij/zij zijn/haar kleding om milieubewust te zijn.
  • Vroeger hergebruikten wij papier om bomen te sparen.
  • Vroeger hergebruikten zij glazen potjes voor het bewaren van voedsel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Hergebruiken with some of the pronouns.

  • Ik heb oude materialen hergebruikt voor mijn knutselprojecten.
  • Jij hebt plastic flessen hergebruikt als plantenpotten.
  • Hij/Zij heeft zijn/haar kleding hergebruikt om milieubewust te zijn.
  • Wij hebben papier hergebruikt om bomen te sparen.
  • Zij hebben glazen potjes hergebruikt voor het bewaren van voedsel.