hersenspoelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hersenspoel | hersenspoelde | heb gehersenspoeld |
jij, je, u | hersenspoelt | hersenspoelde | hebt gehersenspoeld |
hij, zij, het | hersenspoelt | hersenspoelde | heeft gehersenspoeld |
wij | hersenspoelen | hersenspoelden | hebben gehersenspoeld |
jullie | hersenspoelen | hersenspoelden | hebben gehersenspoeld |
zij, ze | hersenspoelen | hersenspoelden | hebben gehersenspoeld |
Presens
Example presens sentences for Hersenspoelen with some of the pronouns.
- Ik hersenspoel jou met mijn woorden.
- Jij hersenspoelt de mensen met je ideeƫn.
- Hij/zij/het hersenspoelt de bevolking met propaganda.
- Wij hersenspoelen onszelf door constant naar negatieve berichten te luisteren.
- Jullie hersenspoelen anderen om jullie doelen te bereiken.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Hersenspoelen with some of the pronouns.
- Ik hersenspoelde jou met mijn woorden.
- Jij hersenspoelde de mensen met je ideeƫn.
- Hij/zij/het hersenspoelde de bevolking met propaganda.
- Wij hersenspoelden onszelf door constant naar negatieve berichten te luisteren.
- Jullie hersenspoelden anderen om jullie doelen te bereiken.
Perfectum
Example perfectum sentences for Hersenspoelen with some of the pronouns.
- Ik heb jou met mijn woorden gehersenspoeld.
- Jij hebt de mensen met je ideeƫn gehersenspoeld.
- Hij/zij/het heeft de bevolking met propaganda gehersenspoeld.
- Wij hebben onszelf gehersenspoeld door constant naar negatieve berichten te luisteren.
- Jullie hebben anderen gehersenspoeld om jullie doelen te bereiken.