hervatten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hervat | hervatte | heb hervat |
jij, je, u | hervat | hervatte | hebt hervat |
hij, zij, het | hervat | hervatte | heeft hervat |
wij | hervatten | hervatten | hebben hervat |
jullie | hervatten | hervatten | hebben hervat |
zij, ze | hervatten | hervatten | hebben hervat |
PresensBeta
Example presens sentences for Hervatten with some of the pronouns.
- Ik hervat mijn studie na de zomervakantie.
- Hij hervat zijn werkzaamheden na zijn ziekenverlof.
- Zij hervatten de onderhandelingen over het contract.
- We hervatten de training na de pauze.
- Jullie hervatten de bouwwerkzaamheden na de regenbui.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Hervatten with some of the pronouns.
- Ik hervatte mijn studie na de zomervakantie.
- Hij hervatte zijn werkzaamheden na zijn ziekenverlof.
- Zij hervatten de onderhandelingen over het contract.
- We hervatten de training na de pauze.
- Jullie hervatten de bouwwerkzaamheden na de regenbui.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Hervatten with some of the pronouns.
- Ik heb mijn studie hervat na de zomervakantie.
- Hij heeft zijn werkzaamheden hervat na zijn ziekenverlof.
- Zij hebben de onderhandelingen over het contract hervat.
- We hebben de training hervat na de pauze.
- Jullie hebben de bouwwerkzaamheden hervat na de regenbui.