hikken

Conjugations List of Hikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhikhikteheb gehikt
jij, je, uhikthiktehebt gehikt
hij, zij, hethikthikteheeft gehikt
wijhikkenhiktenhebben gehikt
julliehikkenhiktenhebben gehikt
zij, zehikkenhiktenhebben gehikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Hikken with some of the pronouns.

  • Ik hik regelmatig na het eten van te veel gasvormig voedsel.
  • Jij hikt altijd als je lacht.
  • Hij of zij hikt vaker wanneer hij of zij nerveus is.
  • Wij hikken soms als we snel drinken.
  • Jullie hikken zelden, zelfs na het eten van bonen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Hikken with some of the pronouns.

  • Ik hikte vaak toen ik jong was en frisdrank dronk.
  • Jij hikte regelmatig wanneer je moest spreken in het openbaar.
  • Hij of zij hikte telkens als hij of zij zenuwachtig was.
  • Wij hikten soms na het eten van bepaalde voedingsmiddelen.
  • Jullie hikten zelden, zelfs bij het kijken naar komedies.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Hikken with some of the pronouns.

  • Ik heb gehikt nadat ik een glas koolzuurhoudende drank dronk.
  • Jij hebt altijd gehikt als je over grappige dingen praatte.
  • Hij of zij heeft eerder gehikt door het eten van pittig voedsel.
  • Wij hebben wel eens gehikt tijdens een belangrijke presentatie.
  • Jullie hebben nooit gehikt tijdens een formele gelegenheid.