huldigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | huldig | huldigde | heb gehuldigd |
jij, je, u | huldigt | huldigde | hebt gehuldigd |
hij, zij, het | huldigt | huldigde | heeft gehuldigd |
wij | huldigen | huldigden | hebben gehuldigd |
jullie | huldigen | huldigden | hebben gehuldigd |
zij, ze | huldigen | huldigden | hebben gehuldigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Huldigen with some of the pronouns.
- Ik huldig de winnaar van de wedstrijd.
- Jij huldigt je favoriete artiest.
- Hij/Zij huldigt de tradities van zijn/haar land.
- Wij huldigen de vrijwilligers voor hun inzet.
- Jullie huldigen de prestaties van het team.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Huldigen with some of the pronouns.
- Ik huldigde de winnaar van de wedstrijd.
- Jij huldigde je favoriete artiest.
- Hij/Zij huldigde de tradities van zijn/haar land.
- Wij huldigden de vrijwilligers voor hun inzet.
- Jullie huldigden de prestaties van het team.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Huldigen with some of the pronouns.
- Ik heb de winnaar van de wedstrijd gehuldigd.
- Jij hebt je favoriete artiest gehuldigd.
- Hij/Zij heeft de tradities van zijn/haar land gehuldigd.
- Wij hebben de vrijwilligers voor hun inzet gehuldigd.
- Jullie hebben de prestaties van het team gehuldigd.